gezondheid
Pandôo
Sepegezondheid \sêndagô ?\
- sênî, sênê
- geestelijke gezondheid
- officier van gezondheid
- een toonbeeld van gezondheid
- een zwakke gezondheid hebben
- blaken van gezondheid
- je moet nooit spotten met je gezondheid
- problemen hebben met zijn gezondheid
- op iemands gezondheid drinken
- op uw gezondheid!
- (En trinquant) gezondheid!
- (À quelqu’un qui éternue) gezondheid !