Pandôo

Sepe

vlag \vlɑχ\ linô kôlï linô gâlï

  1. bendêre,dayâzaradäa
    • De Belgische vlag.
    • Zij zwaaiden met Chinese vlaggetjes.
    • Vlag halfstok.
    • Vlag in top.
    • De vlag in top voeren.
    • De witte vlag tonen.
    • (Gbâmangbôkô) Vlag voeren.
    • (Gbâmangbôkô) Onder de Franse vlag varen.
    • (Gbâmangbôkô) Varen onder een goedkope vlag.
    • (Zäzämä) Met vlag en wimpel (slagen).
    • (Zäzämä) Onder valse vlag varen.
    • (Zäzämä) Dat staat hem als een vlag op een modderschuit.
    • (Zäzämä) De vlag voeren.
    • (Zäzämä) Die vlag dekt de lading niet.:
    • (Zäzämä) De vlag voor iemand (moeten) strijken.
    • (Zäzämä) De vlag uitsteken.
    • (Zäzämä) Welke vlag voert hij?