boter \bo.tœɾ\ linô gâlï
- dubëre
- Hij smeerde een dikke laag boter op zijn brood.
- boterachtig, boterberg, boterbloem, boterbrood, boterdoos, boteren, boterham, boterkoek, boterletter, botermarkt, botermes, boterolie, botersaus, botervet, botervloot, boterzacht, boterzuur, bakboter, cacaoboter, hofmeesterboter, kruidenboter, roomboter (1)